Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:

De bedrijvigheid in de nieuwe westerse wereld van Culemborg.

Voor de volgende onderwerpen ga naar:

algemeen;
het eerste Culemborgse industrieterrein;


 

Algemeen:

Hoewel vanaf 1777 al mogelijk (zie   de nieuwe westerse wereld behorende bij dit onderdeel. ) kwam niet alleen in Nederland, maar zeker ook in Culemborg de industrialisatie met behulp van stoommachines pas laat op gang, tenzij men volledig afhankelijk was van windkracht; zoals b.v. bij de polderbemaling

E.e.a. moest namelijk ook winstgevend zijn.
Het vervangen van iets dat aan het eind van zijn levensduur was, zoals bijvoorbeeld de wieken, was naast concurentie de bepalende factor. Stoommachines werden daarom alleen ingezet voor het zware werk en bij hele grote fabrieken waar men de aandrijving van kleinere machines kon combineren. Het aantal hier aanwezige stoommachines was dan ook gering.

De soort van bedrijvigheid was in eerste instantie afhankelijk van de aanwezigheid van de benodigde plaatselijke grondstoffen, zoals:

  Zonder klei geen steenfabriek;
Zonder boeren geen aardappelen, bieten, fruit, etc. dus ook geen stokerij;
Zonder noten-, iepen-, essen,-, beuken- en vruchtbomenhout alsmede biezen voor het vlechtwerk, geen meubelmakers;
Zonder populieren- en wilgenhout geen klompenmakers;
Zonder plaatselijke tabaksteelt geen sigarenmakerijen.
De grootte en belangrijkheid werd bepaald door de transport mogelijkheden.
  Hoe beter het transport des te groter de afzetmarkt.

Bevaarbare rivieren waren, naast paard en wagen, eeuwenlang het belangrijkste. Daarna kwam het spoor en weer later het mechanische wegverkeer per auto.
Transport was echter ook de motor die in de nieuwe westerse wereld bepalend was voor de aanvoer van de benodigde brandstof, want zonder steenkool konden stoommachines niet continu blijven draaien.

De mechanisatie van de bedrijvigheid wijzigde door de technische vooruitgang. Ros- en waterrad molens verdwenen, ook hier in Culemborg, het eerst:   daarna volgde de windmolens. De stoommachine nam hun taken over. Eerst alleen grootschalig, maar snel daarna steeds compacter, mede door het gebruik van uit kolen gehaald gas en weer later door het gebruik van electriciteit.

  Voorbeeld:
Korenmolen De Hoop een stellingmolen aan 't Jach welke in 1854 is gebouwd
werd aan het begin van de 20e eeuw (rond 1910) onttakeld waarna alleen de molenromp overbleef
omdat een stoommachine, zoals toen gebruikelijk, het werk overnam.
Rond 1980 heeft de gemeente Culemborg de molenromp aangekocht en hem weer in oude glorie laten restaureren.
In 1993 was de molen wederom maalvaardig.

zie   voor de eerdere evolutie van windmolens zie het onderwerp "Windmolens"behorende bij het onderdeel "functionele vormgeving - typologieën".

   
Bij de kleinschalige handnijverheid bleef mechanisatie via hand- en voetkracht standaard totdat het gebruik van electriciteit in ieders bereik kwam.
klik hier om naar boven te gaan


 

Het eerste Culemborgse industrieterrein:

Rond de kop van de Veerweg ontstond in het begin van de 19e eeuw het eerste Culemborgse industrieterrein.

Naast de reeds in circa 1760 gebouwde steenfabriek werd de sinds 1838 bestaande likeurstokerij (aardappelmoutwijnbranderij) van de firma Van Hoytema & Co. in 1861 na een brand uitgebreid met een glasfabriek en jeneverstokerij.
Ten oosten van de haven lag een scheepswerf, waarnaar de huidige straatnaam 'Helling' nog verwijst.
Tevens bevond zich daar de stoomhoutzagerij van L.Sillevis met een langgerekte waterpartij voor het wateren van het aangevoerde hout.
Het andere deel van de houtzagerij, de stoomkistenmakerij annex draadnagelfabriek van rond 1871-1873, stond aan de westkant van de veerweg, op de hoek met de banddijk.
 


Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
dd: 06-10-2022

 

 
klik hier om naar boven te gaan